Dear John mag dan officieel Loney Dear’s zesde album zijn, het voelt wel degelijk aan als een Moeilijke Tweede. Toch typisch: zit je jarenlang letterlijk in de marge muziek te maken vanuit een keldertje en dan kom je na je doorbraak met een depressieve plaat. Die melancholie zal er altijd wel in hebben gezeten, maar ik wilde het niet horen in het spectrum van jubelende lichtstralen waarmee Emil Svanängen in 2007 de eerste plaats van mijn jaarlijstje haalde, met het fantastische Loney, ahum inderdaad, Loney, noir. Dear John is net wat minder catchy al zijn er nog genoeg van die heerlijk oneindig doordenderende liedjes, waarin Emil, die toch al als een koorknaapje zingt, steeds harder moet knijpen om de intensiteit van zijn eenmansorkest bij te kunnen houden. Opener “Airport Surroundings” is een mooi voorbeeld. Opvallend is hier (en elders) de nieuwe prominente rol voor synthpop-achtige toetsen en strijkers, die het haast een glad eighties-hit effect geven. Het opvallendst aan Dear John is echter het duistere middenstuk, ietwat dissonant onderbroken door het hoopvolle “Summers”, wat eigenlijk de grootste uptempo hit van de plaat is. Het begint allemaal met sleuteltrack “Under A Silent Sea”, waar Emil zijn vocalen laat dubbelen door een sneue robot. ‘But I don’t have an easy touch, no I’m not strong at all, I turned to the worried kind.’ IJskoude poolgolven van gruwelijke trance-synths rollen het nummer binnen. Tracks die volgen heten “I Got Lost”, “Distant Light”, “Harm/Slow” en “Violent”, wat eigenlijk al genoeg zegt. “Harm/Slow” is zowel het mooist als het lelijkst. Eerst een waanzinnig fraai intro met hemelse vocalen: ‘I must’ve slept for many years, I fell asleep in the lion’s mouth, I didn’t mind the danger at all.’ Het wak van zelfhaat is diep. Maar dan overspeelt Emil zijn hand met een al te melodramatische wending. Als de klap geweest is, keren we terug naar trademark Loney Dear-werk en blijkt ‘t mooiste als laatste te komen. De titeltrack is simpelweg perfect. Vuurpijlen-melancholie in ‘t intro en de kwetterende falderie-sfeer aan ‘t eind, magisch als de pianoballade waarmee Sufjan Stevens Illinois opende.
mij=Dear John / EMI